Zeeuws-Vlamingen voelen soms meer binding met België dan met Nederland. De grens voelt pas als grens wanneer ze die passeren om te werken en op bureaucratische obstakels stuiten.
Tessa de Block (41) uit Hulst in Zeeuws-Vlaanderen voelt zich geen Nederlander zoals "mensen boven de rivieren dat doen". Een Belg voelt ze zich ook niet, maar ze voelt zich wel "thuis" over de grens. België is slechts vijf minuten rijden. Haar kinderen gingen er naar de kleuterschool. Voor een middagje winkelen gaat ze naar Antwerpen. Ze heeft meerdere Vlaamse vrienden. "Ik ben bekender met alles wat België te bieden heeft dan met Nederland".
Al zolang De Block werkt, doet ze dat in België. Ze is biomedisch laborant bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen. Na haar studie in het Noord-Brabantse Etten-Leur vond ze bij toeval een baan over de grens, daarna zocht ze nooit meer elders. Van de stereotiepe verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders – bijvoorbeeld dat Nederlanders directer zouden zijn dan Vlamingen – merkt ze niet veel. De moeilijkheid van werken over de grens, als je het haar vraagt? Verschillen in belastingen en regels. "Maar daar heb ik gelukkig iemand voor".
Pendelen
Volgens cijfers van de Zeeuwse hogeschool HZ University, die onderzoek deed naar pendelen over de grens, steken dagelijks 2.800 Vlamingen de grens over naar Zeeland. Andersom pendelen 4.700 Zeeuws-Vlamingen naar België. En hoewel de grensovergang fysiek weinig voorstelt, stuiten velen op de nodige obstakels, zegt Rutger Punt, manager van het ‘cross border team’ van Eures, de Europese afdeling van het UWV.
De voornaamste taak van Eures is werken over de grens vergemakkelijken – want daar komt nogal wat bij kijken. Punt: "Diploma’s worden in een ander land niet altijd erkend en de gelijkstelling ervan is een arbeidsintensieve procedure. Zaken als arbeidsrecht, sociale zekerheid en belasting zijn anders geregeld. We hebben in de Europese Unie vrij verkeer van personen, maar we maken het onszelf lastig om dat daadwerkelijk te beoefenen".
Zo is iemand belastingplichtig in het land waar hij of zij de meeste werkzaamheden verricht. Een Nederlander die voor een Vlaams bedrijf werkt, moet zeker 50 procent van de tijd fysiek in België werken om ook onder het Vlaamse belastingstelsel te vallen. Tijdens de coronacrisis moest tijdelijk aparte wetgeving worden ingevoerd om thuiswerken mogelijk te maken zonder dat betrokkenen opeens onder een ander belastingregime zouden vallen.
Die barrières rond de grens vanwege verschillen in wet- en regelgeving worden ook benoemd in het rapport Elke regio telt. Daarin staat onder meer dat die barrières de arbeidsmarkt in grensgebieden, waaronder Zeeuws-Vlaanderen, onnodig klein houden. "Administratief gezien stopt het gebied bij de grens". Het rapport benadrukt het belang van samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen.
Aparte regelgeving
Eures-manager Punt ziet wel een oplossing voor de bureaucratische beslommeringen: "Maak van deze regio een grensgebied met aparte regelgeving. Tussen Spanje en Portugal bijvoorbeeld zijn grenszones waar dit soort zaken makkelijker gemaakt zijn".
Hij noemt North Sea Port, de gefuseerde zeehavens van Gent, Terneuzen en Vlissingen, als succesvol voorbeeld van samenwerking tussen instanties aan beide kanten van de grens – die dwars door het havengebied loopt. De hiervoor opgerichte stichting North Sea Port Talent verzorgt voor een deel de 'administratieve rompslomp' voor de werkgevers in de haven, en organiseert scholing voor havenwerk. Daardoor lopen die werkgevers individueel tegen minder obstakels aan. Punt: "Daar is eigenlijk een soort mini-arbeidsmarkt gecreëerd in het grensgebied".
Voorheen hield Eures zich ook bezig met werving over de grens, vertelt Punt. "Als we bijvoorbeeld veertig hoveniers over hadden in Nederland en er twintig koks over waren in België, konden we die met elkaar uitwisselen".
Nu gaat dat niet meer, vanwege de personele krapte in beide landen. Daardoor zijn er vrijwel nooit meer werkzoekenden ‘over’, en begon de praktijk van deze uitwisseling te wringen. Punt: "Vooral omdat de sectoren met tekorten overeenkomen: zorg, onderwijs, transport. Als wij een verpleger uit Gent wegtrekken voor Terneuzen, ontstaat daar een nog groter gat, en andersom zou dat ook zo zijn".